Geschiedenis August Förster piano’s en vleugels
De in 1829 in Oberseifersdorf (in het uiterste puntje van de Duitse deelstaat Saksen, tegen Polen en Tsjechië aan) geboren Friedrich August Förster bouwde in 1859 in Löbau zijn eerste piano. In 1862 richtte hij buiten de stad zijn eerste fabriek op. Na de dood van August Förster in 1897 nam zijn zoon Cäsar de leiding over. Hij richtte ook een fabriek op in Georgswalde – Bohemen – Tsjechië, om de belangrijke afzetmarkt van het toenmalige keizer- en koninkrijk Oostenrijk-Hongarije te kunnen bedienen.
Nadat Cäsar Förster in 1915 voortijdig kwam te overlijden, zetten zijn beide zonen Gerhard en Manfred Förster het bedrijf voort. Er werden in de jaren twintig en dertig van de twintigste eeuw zeer goede en ook bijzondere instrumenten gebouwd. Net als bij Blüthner, C. Bechstein, Ibach enz. kan een vooroorlogse Förster uit Duitsland en ook nog die uit Tsjechië, wedijveren met een hedendaags topinstrument
Försterfabriek
De vestiging van de Försterfabriek in Bohemen werd echter in 1945 door de Tsjechische regering onteigend en de productie werd voortgezet door de Tsjechische pianofabriek Petrof. De kwaliteit van de materialen daalde, alsmede de motivatie van de werknemers. De in de Tsjechische Petrof fabriek gebouwde piano’s onder de naam August Förster zijn dan ook minder van kwaliteit dan de Oostduitse, in Löbau geproduceerde Försterpiano’s. De kwaliteit van de Förster piano’s uit Löbau was (net als bij Blüthner) beter dan die van andere DDR-instrumenten, zoals Zimmermann, Rönisch, Geyer enz.
Oostduitse Förster
Aangezien de Tjechische en de Oostduitse Försterfabrieken nu elkaars concurrenten waren, ontstond er een strijd over de naam “Förster”. Deze naam mocht destijds in de Benelux alleen gebruikt worden door de Tsjechische fabriek, hoewel de Tsjechische Förster in de rest van de wereld “Weinbach” heette. In Nederland werd de betere Oostduitse Förster verkocht onder de naam “Berger”. Later werd het “Förster Löbau” en kreeg de Tsjechische Förster de naam “Weinbach” of “Förster”.
Na de Wende
Vrij snel na de val van de Muur (na de Wende in 1991) hoorde Förster weer tot de topinstrumenten en heeft Wolfgang Förster reprivatisering van het familiebezit weten te bewerkstelligen.
De economische recessie aan het begin van de jaren ’90 van de twintigste eeuw leidde tot een reorganisatie van de productie en het personeel. In de jaren daarna volgden talrijke investeringen in de verbetering en ontwikkeling van de eigen pianoproductie. Eigenaar Wolfgang Förster, die samen met zijn dochter Annekatrin het bedrijf leidde is in 2012 overleden